Stamboom Baars Rhenen

Gerrit Theunissoon de Ridder

Persoonskaart

Bijkomende namen

Bijkomende namen Naam
Naamsvariatie Gerrit Theuniszn. de Ridder
Naamsvariatie Gerrit Theunissoon de Ridder

Persoonsgebeurtenissen

Soort gebeurtenis Datum Plaats Omschrijving
Geboorte Ameide, Zuid-Holland, Nederland rond 1620
Huwelijk 07.05.1645 Nieuwpoort, Zuid-Holland, Nederland
Verblijfsplaats 1645 Nieuwpoort, Zuid-Holland, Nederland Trouwt in Nieuwpoort
Andere gebeurtenis 03.05.1647 Koopt een huis in Nieuwpoort
Verblijfsplaats 1653 Amerongen, Utrecht, Nederland Ingekomen april 1653 uit Nieupoort. Woont in de Veertigh Garden aen den Dijck
Beroep Rademaecker te Nieuwpoort, later herbergier van de Veertigh Garden aen den Dijck te Amerongen, diende Johan G. de Mortagne, schepen te Amerongen, heemraad van de Lekdijk Bovendams (1670)
Geloof NG
Overlijden 1673 Amerongen, Utrecht, Nederland Vermoord door de Fransen

Notities

Gerrit tekent In Ameide met “Gt de Ridder van Ameye” op 22-asd4-1670. (M334). Gerrit en Marijchjen zijn op 7 mei 1645 te Nieuwpoort (ZH) in ondertrouw gegaan. Zij tekenen aan in Lopik op 27 april 1645.

Aan de hand van de doopdatum en doopplaats wordt duidelijk dat het gezin rond 1652 verhuisd is naar Amersfoort. Bij de doop van Marijchje in 1656 wordt voor de eerste keer de naam 'de Ridder' gebruikt.
18-03-1646 doop Teunis: vader Geerit Teunisz. in Nieuwpoort (getuigen Eeuwout Teuniszen, Tijs Jansz. ende Anneken Dircks)
21-07-1647 doop Jan: vader Geerit Teunisz. in Nieuwpoort (getuigen Eewoudt Teunisz., Jan de Ridder, Aelbertien Geerits)
24-01-1649 doop Jan Gerritsz: vader Geerit Teunisz. in Nieuwpoort (getuigen Eeuwout Teuniszen, Cornelis Cornelisse de Groot, Anneken Cornelis)
26-03-1651 doop Pieter: vader Gerrit Teunisz. in Nieuwpoort (getuigen Nijsken Dircks, Cornelis Cornelisse de Groot)
01-05-1653 doop Dirck: vader Gerrit Tuenissoon in Amerongen (in de veertigh garden aende Dijck)
17-09-1654 doop Eewout: vader Gerrit Tuenissoon in Amerongen (vader afwezig wegens ziekte van vrouw, hij zal op "sijne schuldige plicht "gewezen worden)
22-06-1656 doop Marijchje: vader Gerrit Theunissoon de Ridder in Amerongen
19-11-1657 doop Josue: vader Gerrit Theunis de Ridder in Amerongen
01-05-1659 doop Eeuwoudt: vader Gerrit Theunis de Ridder in Amerongen
24-01-1661 doop Jan: vader Gerrit Theunissoon de Ridder in Amerongen
16-10-1664 doop Marijghje: vader Gerrit de Ridder in Amerongen

Gerrit en zijn vrouw zijn overleden “in den Franschen oorlog” en laten dan zes kinderen na. (RAU, Dorpsgerechten Amerongen 142, 18-2-1675, B217)
Het lijkt niet onwaarschijnlijk, mede gezien de namen van de doopgetuigen van de oudste kinderen, dat Gerrit een zoon is van Cathalina Jansdr., een dochter van Johan Matthijsz. (overl. voor 9-3-1605) en Susanna Sarvels. Dit echtpaar had nog drie kinderen, te weten Matthijs Jansz. (de doopgetuige Tijs Jansz.?), Maritge Jans en Wonnitgen Jans. (ARA, Weeskamerarchief Langerak 9-3-1605) Gerrits vader is onbekend. Na de dood van haar eerste man hertrouwt Susanna met Dirck Claesz., uit welk huwelijk vermoedelijk de latere doopgetuigen Anneken en Nijsken Dircks zijn geboren. De doopgetuige Cornelis Cornelisse de Groot wordt genoemd als schoonzoon van Dirrick Claesz. (ARA, ORA Langerak f.192) Met dank aan de heren P.W. de Ridder uit Breda en H. de Bruin te Boxmeer.
3-5-1647: hij koopt een huis te Nieuwpoort. (M326)
Hij komt verschillende keren voor in het “Vierschaerboeck” van Nieuwpoort in de jaren 1650 e.v. en is burger van Nieuwpoort. (M326)
Lidm. reg. Amerongen: ingekomen april 1653 uit Nieupoort. Hij woont dan aan de dijk, aen de Veertigh Garden. (M164) Er is sprake van een huurcedel ingaande 3-3-1653. (RAU, Dorpsger. Amerongen 126: 12-7-1658)
In 1657-1658 vraagt Gerrit vergunning om een schuur te mogen zetten naast het nieuwe huis dat hij “getimmert” heeft op het land van de heer Mortagne. Hij krijgt hiervoor toestemming van dijkgraaf en heemraden van de Lekdijk Bovendams op 3-3-1658. (Archief Huis Amerongen 83a, B385) Inderdaad geven de muurankers aan het huis aan de tegenwoordige Rijdijk 5 het jaar 1657 aan.
(RAU, Dorpsgerechten Amerongen 126) 12-7-1658, 26-7-1658, 6-12-1658: Gerrit Thoniss. de Ridder contra Joost Corneliss. van Maurick i.v.m. achterstallige huishuur en betaling van bier. Id. andere betalingen (B271-283, 290-291).
25-11-1661: Gerrit is getuige bij het huwelijk van Gerard Jansz. de Ridder, j.m. van Renoy (NA Gorcum 4074, p.110). Er zal vermoedelijk dus een familieband bestaan tussen beiden!
Hij wordt genoemd in het dijkmetingsboek van 1662 als bruycker en maecker van 14 morgen lands toebehorende aan Johan van Weede (arch. Lekdijk Bovendams 1337, f.3v., nr.21), als maecker van een hoeve lands dat voor de helft toebehoort aan Johan van Weede en voor de andere helft aan het Clooster tot Wijck (id.nr.52), als bruycker en maecker van een halve hoeve lands toebehorende aan Jan van Weede en Jan Meynss. (id.nr.53), als maecker van 4 ackeren lands (ong. 14 morgen) toebehorende aan Jan van Weede (id.nr.97), als bruycker en maecker van 7 morgen lands van dezelfde eigenaar (id.nr.98), als maecker van 7 morgens lands toebehorende aan het Clooster tot Wijck (id.nr.99) en als maecker van een deel (11 roeden) van vier ackeren lands eveneens toebehorende aan het Clooster tot Wijck (id.nr.100). (M399)
Op 11-2-1664 belooft Johan George de Mortagne, in recognitie van de getrouwe dienst van Gerrit, hem bij zijn meerderjarigheid een half hond lands te schenken bij Gerrits huis. (Dorpsger. Am. 142, M286, B216)
Op 7-11-1664 is hij ge-erfde van ‘t slagh van Wijck. (Politieboek Amerongen, M336)
SAKRUH, archief v.h. gerecht van Amerongen, Ginkel en Elst nr. 231: onder de weerbare mannen: Gerrit Thonisz. de Ridder “een roer”.
Hij wordt vermeld als schepen van Amerongen in de jaren 1666-1667, 1670 (id.), 1671 (24-4-1671, Dorpsger. 156, M406; Politieboek Amerongen M336).
Hij wordt genoemd bij transporten in 1664, 1668, 1671 (RAU, Dorpsgerechten Amerongen 142, M286).
Op 21-2-1670 pacht hij de buytenbieren. (M336) Vermoedelijk betreft dit een tapvergunning buiten het eigenlijke dorp.
Op 25-4-1670 wordt hij weder voor twee jaar benoemd tot heemraad van de Lekdijk Bovendams (M336). Was hij dit dus al eerder?
Op 21-3-1672 heeft Gerrit de Ridder de opdracht gekregen “de twee cribben aen de weerden van ..eefdael en de vrouwe van Braeckel te verbeteren”. Op 2-5-1677 is hiervan sprake. Een som van f.785,- “sal werden gedepesiteert” ten bate van de kinderen van Gerrit. (Lekdijk Bovendams 23, f.372v., 371v., 374r.,M400)
2-6-1672: “Tot Amerongen lest gepredickt voor de invasie der franschen waerna wij en de gantsche gemeynte des dinghesdaeghs smorgens als een koppel schapen den 9 junie uyt onse plaetse met een packjen onder den arm ende sommige de kinderen aen de handt hebben moeten wechvluchten; kort op de hacken gevolght wordende van de fransche; sulx sommige vluchteden na de steden in deze provincie en sommige na Hollandt ende hebbe ick mij eenigen tijdt met mijn huysgesin opgehouden binnen Utrecht welcke stadt met de geheele provincie terstont wierde ingenomen sulx dat geen claasi tot Rhenen is gehouden, alwaer oock noch Borgemeesters noch magistraet noch predicanten waren gebleven.” (Amerongen kerkenraadshandelingen 2, 1655-1702). (met dank aan Janny Beukelman)
Op 20 april 1673 schrijft de predikant dat “Aert van Davelaer en Gerrit de Ridder ouderlingen doch nu wegens afmattingen door de franschen overleden.”
In 1675 (RAU, Dorpsgerechten Amerongen 142, 18-2-1675, B217) wordt vermeld dat Gerrit Thoniss. de Ridder en zijn huysvrouw “in de Francen oorlogh” zijn overleden en zes kinderen hebben nagelaten, die “sijn uytgeplondert” en met hun handen de kost moeten verdienen.
Febr. 1675: verklaring van Johan Quint, substituut drost, Johan van Kesteren en Jan Joosten, schepenen van Amerongen, op verzoek van Johan Bor, pander van de imposten, inzake de door de oorlogshandelingen inslovente boedel van de zes weeskinderen van Gerrit Thonisz. de Ridder, i.v.m. verschuldigde impost op het gemaal over 1669-1670 en 1675. (SAKRUH, archief gerecht Amerongen, Ginkel en Elst, nr.132, kopie: B397)
2-2-1676: de weduwe van de schout van Schalkwijk mitsgaders de kinderen van Gerrit Tonissen de Ridder dienen een rekest in bij het bestuur van het waterschap Lekdijk Bovendams, inhoudende dat haar zaliger man ende vader had aangenomen een “werck aen Brakels Cribbe boven Schalckwijck gelegen voor de somme van 2000″ gld., welk werk klaar en goedgekeurd was, verzoekende ordonnantie ter concurrentie van de voors. somme. Bovendien had de vader zaliger van de 2e supplianten een “aen… van 25 roeden aen de Amerongschen dijck in het begin van 1672 voor f.300,- aangenomen en afgemaakt, alsmede verschillende buytenwercken; bovendien verteringen en onkosten op ‘t dijkleger bedragende in 1674 207 gld.13 st. en in 1675 80-9-4. (Lekdijk Bovendams 23, f.204r.) (M400)
(RAU, Dorpsgerechten Amerongen 135) 1676: faillissement Gerrit Thoniss. de Ridder. Het huis aan de Leckendijck, de Veertigh Garden dus, is verkocht. Volgt een lange lijst schuldeisers.
Op 12-1-1677 transporteert Joachim Vervoorn, drost ende schout, op Jacob Jordens Vosch het huis nagelaten door Gerrit Thoniss. de Ridder. (Dorpsger. Amerongen 142, M289; Archief Huis Amerongen 83b, M410)
ORA Langerak 21, f.172, 16-11-1649: moeder van Gerrit is Cathalina Jans. Transport (M414)
Hij wordt vermeld als schepen in 1666, 1667, 1670 en 1671. (klapper archief gerecht Amerongen etc., SAKRUH)
Er is (nog) geen data over wie de voorouders van Gerrit Theunissoon de Ridder is. Wel bestaat de volgende theorie (bron: P de Ridder, Breda):
Voorouders van Gerrit Theunissoon zouden zijn:
ouders: 1. Theunis Jansz & Catheleine de Jongh (dochter van Johan Matthijs de Jong en Suzanna Sarvels)
daarvoor 2. Jan Gerritz alias de Ridder & onbekende vrouw
daarvoor 3. Zoete de Ridder & Gerrit Anthonisz
daarvoor 4. Johan (Jan) Ghijsbertzn de Ridder & onbekende vrouw (broers van Jan Ghijsbertzwaren Dirck (schepen Ameide) en Cornelis)

Johan Gijsbertsz de Ridder leefde in de 1e helft van de 16e eeuw, woonde in Ameide en bezat een hoeve in Noordeloos genaamd Den Dool. Er staat op die plek nog steeds een boerderij die Huize Den Dool heet. Johan Ghijsbertz had alleen vijf dochters. De Ridders in deze parenteel stammen waarschijnlijk af van zijn dochter Zoeteke. Deze touwde met een Gerrit Athonisz. Een zoon uit dit huwelijk Jan Gerritz voerde de naam de Ridder en alle volgende generaties heten 'de Ridder.