Paschasius Baers

Paschasius Baers

Person Chart

Additional Names

Additional Names Name
Other Name Paschasius
Other Name D Baers (voor Dominus, Dominee)
Other Name Pascasius
Married Name Dominus Baers
Other Name Pascharius

Person Events

Event Type Date Place Description
Birth Gent
Religion 1579 Gent RK en Karmelietermonnik en overgang tot het Protestantisme
Other Event 1580 Predikant Hoogkarspel
Other Event 1590 Predikant Leeuwarden
Other Event BET 1603 AND 1617 Predikant Bergen op Zoom
Other Event 1617 Verzoek aan Staten Generaal om een jaarlijkse toelage omdat hij wegens ouderdom het ambt niet meer kan vervullen
Death AFT 1621

Notes

HHM wijzen het verzoek af van de kinderen en erfgenamen van Paschasius Baers om betaling van 125 gld. voor een kwartaal traktement van het jaar waarin hun vader is overleden.
http://resources.huygens.knaw.nl/besluitenstatengeneraal1576-1630/BesluitenStaten-generaal1626-1651/silva/sg/1628/05/26/

Merkwaardig is, dat onder de stukken, afkomstig van de Cisterciënser-abdij Bloemkamp een acte aanwezig is d.d. 16 oktober 1571, behelzende een overigens niet ter zake dienende verklaring, te Parijs afgelegd door de „religiosi viri, fratres Gisbertus Serlambrechts et Pascasius Baers, presbyteri ordinis Carmelitici conventus Gaudensis, nunc in conventu Carmelitarum parum degentes".
Toen verbleven er dus blijkbaar twee Goudse Carmelieten tijdelijk in een Frans klooster hunner orde: het Goudse termijnhuis der Carmelieten was er blijkbaar nog, doch het zal bij de val van het moederklooster te Schoonhoven in 1572 ongetwijfeld te gronde zijn gegaan.
J. Taal DE GOUDSE KLOOSTERS IN DE MIDDELEEUWEN


BAERS (Paschasius). Vlaming van oorsprong, aanvankelijk Karmelieter monnik te Gent, die volgens het getuigenis van Jan Ballin, in 1579 nog R. Kath. was. Hij schijnt eerst predikant te zijn geweest te Zeele bij Gent en is òf einde 1579 òf begin 1580 tot het Protestantisme overgegaan. Ten jare 1580 kwam hij als predikant te Hoogkarspel en terwijl hij hier werkzaam was, woonde hij als afgevaardigde uit de classis Enkhuizen èn in 1586 èn in 1589, de N. Holl. synode bij. Beroepen te Leeuwarden den 4den Aug. 15903), vertrok hij naar Frieslands hoofdstad. In 1591 was hij praeses der Friesche synode, en, wat destijds stellig wel tot de zeldzaamheden behoorde, ook in 1592 bekleedde hij die betrekking. Tevens werden hem bij deze gelegenheid verschillende commissies opgedragen. In 1594 werd hij benoemd tot deputatus synodi en 3 jaar later (d.i. 1597) werd aan hem en aan zijn ambtgenoot Bernardus Fullenius opgedragen ‘om mede te werken tot het effectueeren’ van hetgeen in de synoden besloten was en nog onuitgegeven lag. Weer was hij ter syn. vergadering van 1598, toen hem o.a. werd opgedragen te schrijven aan ‘andere provinciën dienaren, op wiens costen die synodale en classicale vergaderingen gehouden werden’ en ook dat jaar was hij praeses. Op nieuw woonde hij de synode bij van 1600, en het was ditmaal dat hij met Wabbe Wyssens werd ‘geconstitueert om alle dingen, soo die in articulen vervatet staen ende die aen die E. heren sollen versocht werden, op het spodichste nomine totius synodi te verrichten ende bij requeste aen mijn E. heren te remonstreren’. Dit telkens bijwonen van de synodale vergaderingen en ook het herhaaldelijk benoemd worden in allerlei synodale commissies, is te beschouwen als een onwraakbaar bewijs hiervoor, dat Paschasius Baers, op kerkelijk gebied een man is geweest van beteekenis, die onder zijn medebroeders moet bekend hebben gestaan als een man, die tot regeling van kerkelijke aangelegenheden hoogst bekwaam was, geschikt om vergaderingen te leiden, want ware dit het geval niet geweest, dan had men hem niet herhaaldelijk tot voorzitter gekozen, wanneer de synode bijeen was.

Te Leeuwarden schreef hij in 1597, uit naam van de Friesche synode, aan de Staten des lands, om toch zooveel mogelijk de vrije uitoefening van den godsdienst der Wederdoopers tegen te gaan (cf. Brandt; Hist. der Reform. dl. I. Amst. 1677. blz. 836). Dit schrijven is onderteekend Pascatus Baerts, terwijl we in de Boekzaal 1730b. blz. 501. sub no. 13 lezen D. Pascharius Baden.

Tot de strenge Kalvinisten behoorde Baers niet, want hij had een ruim begrip, omtrent het deelgenootschap aan het goddelijk genadeverbond, zooals we leeren uit het voorwoord van een door hem uitgegeven leerrede: Een geestelycke, schriftmatige voorbereydinge tot den heyligen hoochweerdigen Sacramenten des Avondmaels, ghepredicht ende uytghegeven door ..... Tot Franeker 16001). Die milde opvatting is juist een der oorzaken geweest, die hem tot de uitgave van het boekske hebben aangespoord. Ook ten opzichte van de liturgie is het geschrift van Baers merkwaardig, omdat daaruit blijkt, dat toen reeds te Leeuwarden de gewoonte bestond (wat onbekend was aan Prof. Dr. H.E. Vinke, in zijn studie: over den oorsprong van het voorhouden van eenige vragen aan de Gemeente bij de voorbereiding voor het H. Avondm. Arch. voor kerkel. gesch. inzonderh. v. Nederland. dl. VI. Leiden 1835. blz. 1-40) om, bij de voorbereiding tot het avondmaal, eenige vragen aan de gemeente voor te stellen, welke staande beantwoord werden.

Van Leeuwarden ging Baers naar Bergen op Zoom in den zomer van 1603. Stellig was hij weg vóór den 27sten Sept. van dat jaar. Immers committeerde op dien dag de magistraat den burgermeester Jurjen Henrix naar Enkhuizen, met het doel derwaarts te gaan om Bogerman te beroepen (cf. H. Edema van der Tuuk; Johs. Bogerman. Groningen 1868. blz. 50).

Litteratuur: De Nederd. Herv. kerk in Friesland door E.J. Diest Lorgion: Groningen 1848. blz. 14 en 36-41. Reitsma: Honderd jaren. enz. reg. .i v. - Reitsma en v. Veen; ll. dl. VI. reg. v. persoonsnamen i.v. - v.d. Aa; ll. dl. XX.

1) De voorrede is gedateerd, Leeuwarden 12 Dec. 1597. [p. 291]
blz. 52. - T.A. Romein; ll. dl. I. blz. 14. - Veeris; Vern. Kerkel. alphab. T' Enkhuyzen 1750. blz. 12. (De opgave h.t.p., dat Baers pas in 1605 naar B. op Zoom trok is foutief). Vriemoet; Ath. Friscac. p. 272. aanteekening. Hessels; Eccl. Lond. Bat. Archivum. T. III. p. I. no. 1367. (fo 994 en 995. brief uit Leeuw. ged. 21 Dec. '96) en no. 1378 (fo 1002 en 1003. id. 4 April 1597).

Uit: De oudste gereformeerde Peitistische voorbereidingspreken tot het avondmaal: Hoe Paschasius Baers in 1597 te Leeuwarden voorbereiding tot het Avondmaal hield.
Paschasius Baers
Paschasius Baers was aanvankelijk een karmelieter monnik uit Gent, die omstreeks 1597 tot de Reformatie overging. Vrijwel direct hierna is hij gaan prediken te Zele bij Gent . In 1580 werd hij te Hoogkarspel in Noord-Holland als gereformeerd predikant beroepen , waar hij tien jaar gewerkt heeft. In deze periode werd hij twee keer door de classis Enkhuizen afgevaardigd naar de Noordhollandse synode: in 1586 en in 1589 . Op 4 augustus 1590 ontving Baers een beroep uit Leeuwarden, dat hij aannam . Hij kwam in een allesbehalve ideale situatie terecht. De Leeuwarder gemeente werd verscheurd door een inwendige twist, die erop uit zou lopen dat al de drie hierbij betrokken predikanten uit de Friese hoofdstad verwijderd werden. In zo'n sfeer moest Baers daar de herdersstaf opnemen. Achter zijn beroep moeten verwachtingen gezeten hebben dat hij de aangewezen man was om de verhitte gemoederen tot bedaren te brengen en om de eenheid van de gemeente te bewerk- stelligen. Baers heeft aan deze verwachtingen voldaan en heeft van meet af een gezaghebbende positie ingenomen, niet slechts in Leeuwarden, maar eveneens in de provincie.
Dat hij zich in betrekkelijk korte tijd het vertrouwen van heel kerkelijk Friesland heeft weten te verwerven, blijkt hieruit dat hij reeds op 12 mei 1591 tot voorzitter van de provinciale synode gekozen werd. Om bepaalde redenen werd de synodevergadering toen echter afgebroken en eerst op 13 juli vervolgd. Baers kon toen niet aanwezig zijn, zodat in zijn plaats een ander tot voorzitter gekozen werd. De synodevergadering van het daarop volgende jaar maakte dit goed door hem opnieuw tot praeses te verkiezen. Zij belastte hem - en niet de scriba - met het aanschrijven van de Amsterdamse gemeente om deze te wijzen op haar plicht om een volgende nationale synode uit te schrijven. In 1594 werd hij door de provinciale synode tot gedeputeerde van de synode gekozen. Drie jaar later kreeg hij van dezelfde kerkelijke vergadering de gewichtige taak om samen met een collega als commissarissen van de synode op te treden ten einde bij de gedeputeerde staten te komen tot de effectuering van vele synodale besluiten die tot dusver onuitgevoerd waren gebleven. In 1598 viel hem weer de hoogste eer te beurt dat hij tot voorzitter van de synode gekozen werd. Ook toen kreeg hij - en niet de scriba - de opdracht om zich schriftelijk in verbinding te stellen met predikanten in andere provincies en navraag te doen naar de wijze waarop de synodale en classicale vergaderingen buiten Friesland bekostigd werden. Tenslotte ontving hij in 1600 van de synode dezelfde vererende maar lastige taak als in 1597 om bij de gedeputeerde staten aan te dringen op effectuering van synodale besluiten .
Hieruit mag wellicht de conclusie getrokken worden dat Baers goede connecties bezat in het hoogste bestuurlijke orgaan van Friesland. In ieder geval is het duidelijk dat Baers een man met vele capaciteiten is geweest en dat de kerkelijke kringen in Friesland een dankbaar gebruik daarvan hebben gemaakt, niet het minst als het ging om de bestrijding van de Doopsgezinden . Baers heeft een vooraanstaande rol gespeeld in de consolidatie en de uitbreiding van de Gereformeerde Kerk zowel in de hoofdstad als in de provincie van Friesland. Baers verdiende de eerste jaren van zijn Leeuwarder tijd 500 carolusgulden per jaar. Op 11 maart 1597 werd dit traktement met honderd carolusgulden opgetrokken .

Dankzij een manuscript is er iets bekend over de inhoud van Baers' bibliotheek en over de wijze waarop hij boeken aanschafte. Op 30 april 1599 was hij aanwezig in de consistoriekamer van de gereformeerde kerk te Dokkum, niet als ambtsdrager, maar als koper. Daar werd namelijk een veiling gehouden waarop de boekenverzameling van zijn overleden plaatselijke collega Johannes Bernardi ten bate van diens weduwe Toebe Geerts onder de hamer kwam. Hij had de reis naar Dokkum niet voor niets gemaakt, want aan het einde van de auctie was hij vijf boeken rijker en acht gulden en achttien stuivers armer. Onder deze vijf werken bevonden zich drie exegetische geschriften: twee - over Psalmen en Romeinen - waren van de Deense lutheraan en cryptocalvinist Hemmingius en één - ook over Psalmen - had de aanvankelijk lutherse en later gereformeerde Strigel tot auteur. De twee boeken over Psalmen kostten bij elkaar vijf gulden en tien stuivers. Blijkbaar had Baers op dat moment speciale belangstelling voor commentaren op Psalmen. Misschien was dit Bijbelboek aan de orde van behandeling in de prediking?
Baers zou niet in Leeuwarden blijven. Na de zomer van 1603 verwisselde hij deze plaats voor Bergen op Zoom. In die tijd was het markiezaat van Bergen op Zoom in bezit van prins Maurits. Heeft deze de hand in de toch wel wat opvallende overgang van Baers gehad?


Van Baers' werkzaamheden in zijn laatste standplaats is niets bijzonders bekend. In de zomer van 1617 verzocht hij de Staten-Generaal om een jaarlijkse toelage, aangezien hij wegens ouderdom zijn ambt niet langer vervullen kon. In oktober van dat jaar reageerden de Staten positief. Baers is getrouwd geweest en had een kinderrijkgezin. De naam van twee zijner zonen is bekend: Johannes en Abraham, van wie de eerste de ambtelijke voetsporen van zijn vader drukte.


Bron: notariële archieven
Soort registratie: notariële akte
Aktedatum: 02-07-1621
Plaats: Bergen op Zoom

Notaris Anthonius Molkeman, Minuutakten, 1593-1613 472-472v
Bron: notariële archieven
Soort registratie: notariële akte
Aktedatum: 26-07-1613 Plaats: Bergen op Zoom
Geregistreerde Margriete
Geregistreerde Trijnken Elffs
Geregistreerde Mayken Thielmans
Geregistreerde getuige Abraham Lepin (kuiper) wonende te Bergen op Zoom
Geregistreerde getuige Pascasius Baers (predikant) wonende te Bergen op Zoom
Geregistreerde getuige Heijndrick Govert (hoedenmaker) wonende te Bergen op Zoom
Geregistreerde Job Herrijssen (notaris)
Geregistreerde armen wonende te Bergen op Zoom
Geregistreerde Eeckhout wonende te Dordrecht
Geregistreerde comparant Heijndrick Roeloffs van Merlaer (wijntavernier in De Vier Haringen) wonende te Bergen op Zoom

Notaris Anthonius Molkeman, Minuutakten, 1593-1613 391
Bron: notariële archieven
Soort registratie: notariële akte
Aktedatum: 26-04-1611
Plaats: Bergen op Zoom
Geregistreerde Lenaert Buijsen
Geregistreerde Pascasius Baers
Geregistreerde comparant Heyndrick Janssen wonende te Wouw
Geregistreerde van de Perre (secretaris)
Geregistreerde Cornelis Pieterssen (wijntavernier in Den Drije Houffysers)
Geregistreerde Marcus Mertenssen (wethouder)
Geregistreerde van der Molen (griffier)
Geregistreerde getuige Cornelis Philipssen (schipper)
Geregistreerde getuige Jan Janssen (bakker)


Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 1(1911) – P.J. Blok, P.C. Molhuysen
[Baers, Paschasius]
BAERS (Paschasius), welke naam ook voorkomt als Pasquier, Pascasius, Parasius, Pascharius enz. Baes, Bacz, Bartz, Bacx, Bachers, Baerts, Baden enz. eerst karmelieter monnik te Gent, ‘een onstandvastig man’, in 1579 nog roomsch, daarna predikant te Zeele bij Gent, in 1580 te Hoogkarspel, in 1590 te Leeuwarden, in 1603 (niet 1605) te Bergen op Zoom. De vergaderingen der noordhollandsche Synoden woonde hij bij in 1586 en 1589; de friesche in 1592 en 1598, maar niet, zooals beweerd is, in 1591 en 1600. Beide keeren was hij in Friesland praeses der Synode. Hij heeft meermalen namens de Synode in het belang der Kerk requesten aan de Staten geschreven, bijv. ter verkrijging van nationale Synoden. Hij arbeidde ook bij de Staten tot het weren van de doopsgezinden. In 1600 schreef hij zijn boekje, te Franeker uitgegeven, dat noch door H.E. Vinke (Archief voor Kerkgesch. 1835, 1-40), noch door E.J.W. Posthumus Meyjes (Troffel en Zwaard, 1910, 137-171) ter rechter plaatse gebruikt is: Een geestelycke, schriftmatige voorbereydinge tot den heyligen, hoochweerdigen Sacramenten des Avondmaels. Omtrent het deelgenootschap aan het genadeverbond toont hij hierin eene ruime opvatting te hebben.

Vóór 27 Sept. 1603 was Baers te Bergen op Zoom, want op dien datum was men te Leeuwarden bezig met het beroepingswerk voor een opvolger. Hij werd te Bergen op Zoom emeritus 21 Oct. 1618.

Zie: Visscher en van Langeraad, Het Protestantsche Vaderland I, 289 v.v., en de daar genoemde bronnen; Reitsma en van Veen, Acta I, 133, 149; VI, 56, 66-69, 72 v., 80, 91, 96, 100 v., 111; Kerkel. Handboek 1908, Bijl., 121; 1911, Bijl. 164; H.Q. Janssen, Kerkhervorming te Brugge (Rott. 1856) II, 291; dezelfde, Kerkherv. in Vlaanderen (Arnh. 1868) I, 464; W. Eekhoff, Cat. Biblioth. v. Leeuwarden 38; Arch. Kerkgesch. 1898, 87.

03/07/1627, 20
Het verzoek van Tielman Cannarts uit Hasselt om ondersteuning met ongeveer 600 gld. wordt ... afgewezen. Het verzoek van Jacomina Baers , dochter van wijlen Pascasius Baers , om naast ... gratie nog een kwart jaar van haar vaders traktement te krijgen, wordt afgewezen. Het ... doen en aangezien deze nuttig voor het land is bevonden, zal op zijn vergoeding worden gelet.
http://resources.huygens.knaw.nl/besluitenstatengeneraal1576-1630/BesluitenStaten-generaal1626-1651/silva/sg/resoluties/index_html?text=het&b_start:int=3850&advanced=1

Brief van de Magistraat van Bergen op Zoom aan die van Leeuwarden met mededeling, dat ds. Pascasius Baers, vroeger predikant te Bergen op Zoom, aangesproken wordt voor eene borgstelling van 53 gld. 18 stuivers, welke Gerbrant Frederiksen, burger binnen Leeuwarden, schuldig is te betalen, met verzoek ds. Baers’ "cort recht te administreeren naer gelegentheyt van saeken", 1 Juni 1620. Origineel, get. D. Basijn, 2 blz., met opgedrukt zegel.
https://historischcentrumleeuwarden.nl/images/ONDERZOEK/Andere-nadere-toegangen/placcaatboeken_nw.pdf

Merkwaardig is, dat onder de stukken, afkomstig van de Cisterciënser-abdij Bloemkamp een acte aanwezig is d.d. 16 oktober 1571, behelzende een overigens niet ter zake dienende verklaring, te Parijs afgelegd door de „religiosi viri, fratres Gisbertus Serlambrechts et Pascasius Baers, presbyteriordinis Carmelitici conventus Gaudensis, nunc in conventu Carmelitarum 4fi parum degentes" . Toen verbleven er dus blijkbaar twee Goudse Carmelieten tijdelijk in een Frans klooster hunner orde: het Goudse termijnhuis der Carmelieten was er blijkbaar nog, doch het zal bij de val van het moederklooster te Schoonhoven in 1572 ongetwijfeld te gronde zijn gegaan.
http://repository.ubn.ru.nl/bitstream/handle/2066/107577/mmubn000001_360228704.pdf?sequence=1